Spring naar inhoud

Ze groeien zo snel meneer

13/02/2012

Mijn neefje is vandaag één jaar, stapt sinds vorige week en heeft al eventjes een gevoel voor humor.

Geweldig leuk om trots te mogen zijn over iets waar je eigenlijk zelf geen moeite hebt ingestoken en wat je op het eind van de dag gewoon mag inleveren.

Gotta love being an auntie!

Juist ja

08/02/2012

Ik geloof dat de vraag ‘waarover schrijf je als iedereen meeleest?’ was?

Het antwoord:

VOZE KOOKBOEKEN! Natuurlijk!

Laatst heb ik dit pareltje ontdekt:

En de titel zegt het wel zowat. De schrijfster van dit boek ontdekte op zolder bij haar ouders prehistorische Weight Watchers receptkaarten. Akkoord, culinaire fotografie moest toen nog worden uitgevonden, maar zelfs http://www.geraldinevanwessem.com/ zou dit er niet smakelijk uit kunnen doen zien:

Holy Mackerel Batman!

Makreelpudding is niet de enige mishandelde vis:

Zalmmousse in de vorm van, juist ja, een zalm.

Hier nog eventjes waar ik mijn oog op heb laten vallen tijdens het doorbladeren:

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                            Maar deze zijn toch mijn favorieten:

Worstentaart

Ennn….. THE TOWERRR OF POWERRR!!

Dat ze nu alletwee met worsten zijn gemaakt is helemaal niet opzettelijk. Ik eet geen vlees, en ik doe niet mee aan Freud. Ik vind het gewoon fijn als eten verticaal gaat.

Reticence

09/01/2012
tags:

Het ding met een blog schrijven is dat hij gelezen wordt. Dat klinkt niet slecht, zelfs een beetje als het doel van een blog (een beetje maar), maar iedereen leest hem.

Als je een verhaal vertelt op internet moet je het niet opnieuw vertellen in het echt, tenzij je hardcore fans hebt. En eigenlijk is het wel leuk iets nieuw te vertellen hebben als je iemand al even niet gezien hebt. Ik schrijf nu eenmaal over alledaagse dingen.

En iedereen leest de blog. Familie, mensen die ik amper zie, mensen die ik dagelijks zie, mensen die ik helemaal niet ken en mensen die ik met alle macht uit mijn leven probeer te weren. Dat heb je met internet natuurlijk, maar eens dat besef er is wordt het niet makkelijk om aan een nieuwe post te beginnen. Want wat schrijf je voor iedereen?

Through the looking-glass

21/11/2011
tags: ,

Eindelijk heb ik een goede digitale camera gekocht. Dat betekent wel dat ik honger moet lijden tot mijn volgende loon, maar leve de Aldi-diepvriespizza’s zou ik zo zeggen.

Ik ben begonnen met dierenfotografie aangezien het huis vol modellen loopt.

(Dewey is ondertussen vijf maand oud en enkel scherp te fotograferen als hij op punt staat om te vallen van de slaap, zie hierboven)

Dit weekend ontdekte ik landschapsfotografie.

Daar woon ik best wel mooi voor.

Ook dit weekend aan de beurt dankzij een natuurreservaat vlakbij: natuurfotografie!

Dank u, mega-zoom-functie!

Maar zoals gewoonlijk begon ik weer dingen te zien. Overal waar ik foto’s heb getrokken dit weekend was er water in de buurt. En bomen in het water gereflecteerd vind ik mooi. Zoals dit:

Maar als je dat omdraait, krijg je dit:

Joepie semi-creepy spiegelwereld! Dan werd het moeilijk iets anders te zien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik wou dat ik er gewoon in kon stappen. Het ziet er een beetje eng uit daar, met die vreemde lucht. Maar dat is Wonderland ook in het boek.

The waterland is lovely, dark and deep.

Waar ik toch al die hele tijd mee bezig ben

21/09/2011
tags: ,

 

That’s right, training my new Bond-villain cat.

Schaduwbeestje

09/08/2011

Er moeten niet altijd veel plannen en boodschappenlijstjes aan te pas komen om iets leuk te maken.

Zo zat ik daarnet op de trein te wachten met een boek toen ik iets uit mijn ooghoek zag:

Hoera schaduwbeestje!

It’s….. still ALIVE!

05/08/2011

Mijn welgemeende excuses aan de die-hards die nog steeds dagelijks naar de blog surfen. Wauw trouwens.

Ik leef dus nog, maar lijd een beetje aan het zomersyndroom. Het typische aan het post-Gentse Feesten gedeelte van de zomer is dat er iedere week minstens twee keer iets leuk te doen valt. Eigenlijk ging ik vanavond naar de openluchtcinema, maar die heb ik maar laten schieten omdat ik gisteren niet thuis was en morgen ook al weer de hele dag op stap ben. Mijn kat denkt wellicht ondertussen dat mijn moeder haar nieuwe baasje is.

En ook is er iets aan de vele uren zonlicht wat mij wat in overdrive drijft wat projectjes betreft. Ziehier mijn boodschappenlijstje/to-do-lijst:

(Raad zelf maar wat boodschap is en wat to-do)

We hebben wel nog eventjes de handen vol met andere woorden. Maar binnenkort, op een stiller moment: handleidingen voor pooiers, uitvindingen, reddingoperaties en acrobatie voor de buurkat én vreselijk debiele yogurtverpakkingen.

Hobby’s: nieuwe levensvormen kweken in de keuken

30/06/2011

Zou het niet geweldig zijn als je op regenachtige avonden gewoon de afwas buiten kon zetten en dat die de volgende dag proper aan de achterdeur staat te wachten?

The Taming of the Keun

18/06/2011

Ik heb dus een konijn.

Het plan om een konijn te nemen was er al een tijdje. Eigenlijk ging ik deze zomer een hond adopteren. Ik heb twee weken vakantie in juli en op reis ga ik niet, dus dan zou ik een hond nemen en twee weken kunnen laten wennen aan de nieuwe thuis. En het zou een mooi slim hondje zijn dat vriendjes wordt met mijn kat.

En daar ligt het probleem. Niet alleen zou mijn kat voor de rest van haar leven mij haten omdat ik een hond in huis heb gehaald, mijn psychotische buurkatten maken Feys leven nu al zuur maar worden utter batshit crazy iedere keer ze maar een hond ruiken en vallen alles aan, inclusief elkaar. Tsuki en Kyra, de psychotische buurkatten en ook gewoon de katten van mijn moeder, zijn ooit eens op één of andere manier samen met de hond van mijn broer van de trap gevallen. Die hond was al bang van katten en dat is er dan ook niet beter op geworden na het Trapincident, maar het veroorzaakte bij Tsuki en Kyra een twee dagen durende psychose waarbij ik met een volledig neurotische kat kampeerde in de keuken, terwijl mijn moeder in de woonkamer wanhopig de andere berserker kat probeerde af te leiden.

Er zijn ondertussen al genoeg naweeën geweest van het Trapincident, met bijhorende post-traumatische stress bij kat en mens. Een hondje nemen dat een tuin moet delen met Tsuki en Kyra? Niet zo’n goed idee.

Maar dan begon ik te denken aan konijnen. Ik had al een konijn gehad toen ik een jaar of zes was. Ik weet niet meer of het een hij of zij was en wat de naam nu weeral was, die veranderde namelijk iedere week. Laten we het Langoor noemen, één van de laatste namen die hij/zij heeft gekregen. In ieder geval heb ik het op een dag vrij gelaten om te spelen met de wilde konijntjes in de wei achterin de tuin. En dat was het laatste dat ik van Langoor gezien heb.

Ik heb ook een konijn gehad toen ik elf jaar was. Het was zeker een meisje en ze heette zeker Jessie. Ik had haar zelf uitgekozen bij de kweker, die mij eerst een Vlaamse Reus of vijf had proberen aansmeren tot hij doorhad dat het niet voor op te eten was. Jessie was een nerveus konijn en behoorlijk wild toen ze bij ons kwam. Haar hok was een arbeid van liefde, met haar naam in krulletters boven haar deurtje. Ik was iedere avond in de weer met Jessie. Ze was dan ook vlug tam en (ik blijf erbij zweren dat ik me dat niet inbeeldde) speelde tikkertje met mijn arm. Als een echt verwend konijn hadden we ook een buitenhok, dat iedere dag op een ander plekje in de tuin stond. Het buitenhok was een krakkemikkig geval dat vlug ineen geknutseld was, maar Jessie was een braaf beest en is nooit proberen uitbreken. Alleen was onze hond niet zo’n braaf beest en Jessie is gestorven aan een hartaanval terwijl mijn hond haar kot aan het afbreken was. Ik ben meer dan een maand kwaad geweest op die hond.

Sindsdien heb ik geen konijn meer gehad. Wel een heleboel cavia’s. Om mij te troosten nadat Jessie gestorven was.

Cavia’s zijn niet leuk. Ze spelen geen tikkertje en pissen de boel onder iedere keer je ze pakt. En als ze lang haar hebben blijft er daar kaka in hangen die jij er dan moet uitpeuteren. Voor zover wat er mij is bijgebleven van cavia’s. Veel werk en geen plezier.

Wat mij ook al die jaren heeft tegen gehouden om opnieuw een konijn te nemen. Ik had geen zin in dat gepruts met hooi en stro en pis overal.

Maar nu heb ik een tuin. En een lieve buurvrouw/moeder die ook een konijn wou. Een konijn met z’n tweetjes. En wie weet, misschien kalmeren de katten wel een beetje en vallen ze elkaar niet de hele tijd aan als ze iets nieuw hebben om naar te kijken.

Enter the Keun. We hadden al een super-de-luxe konijnenhok, een (professionele deze keer)  buitenren, houtzaagsel, stro, hooi, eten,… alles behalve een konijn. Uiteindelijk kregen we een lift naar een hoeve hier ‘op den buiten’ die allerlei pluimvee maar ook konijnen verkocht. Nadat we door een labyrint van hokken met fazanten, pauwen, van die raskippen die eruit zien alsof ze olifantenpijpen dragen, enz. werden geleid, stonden we in een gigantisch afgerasterd stuk waar een half tuinhuis op poten stond. Daarin zaten ze.

Hier moet ik wel zeggen dat ik een normaal jong konijn wou. Een gewoon bruin beest, liefst een meisje.

Wat die man mee kwam aanzetten was wel bruin, maar ook al even groot als mijn kat, en het was wild aan het trappen. Een mannetje, want meisjes waren er niet meer. Het leek wel alsof het amper in mijn draagmandje zou passen, maar dat viel wel mee. ‘Het is toch een gewoon konijn hé? Het ziet er zo groot uit!’ ‘Ja hoor mevrouwtje, dat is dan elf euro alsjeblieft.’ Ik had kunnen protesteren dat ik een klein konijntje wou, eentje dat in mijn nieuw super-de-luxe kot zou passen (waar ik ondertussen mijn twijfels over had), maar het konijn zat daar in een hoekje van de draagmand te snuffelen aan mijn vingers terwijl ik zijn snelle hartslag voelde door de mand heen. Natuurlijk geef je die niet terug.

Eens thuis bleken inderdaad onze nieuwe konijnenhuisjes veel te klein voor het beest. In het hok kon hij amper drie keer half wippen tot hij aan de andere kant zat. Een paar van onze bezoekers bezwoeren ons bovendien dat het een Vlaamse Reus was, en dus nog zou groeien. Maar konijntje! Eindelijk terug een konijn! Ik was vergeten hoe zacht ze kunnen zijn, hoe mooi hun ogen waren en hoe sierlijk dat halsje kon strekken. Al mijn elfjarige enthousiasme kwam terug naar boven borrelen.

De eerste dag zaten we met twee op tuinstoelen de hele tijd naar het konijn te staren. ‘Hoe noemen we hem?’ ‘Misschien iets uit Waterschapsheuvel ofzo?’ ‘Dat konijn uit Monty Python and the Holy Grail heet the Monster of Caerbannog, een beetje te lang niet?’ ‘En ik heb echt geen zin in een cliché naam als Bugs of Snuffel.’ ‘Daar is hij ook gewoon te, te.. groot voor.’ ‘Keun dan?’ ‘Keun.’

Het volgende weekend hebben we een nieuw hok gebouwd, of beter gezegd, het half vergane kippenhok achteraan in de tuin gerecycleerd.

 

 

 

 

Zijn hok is ongeveer even groot als mijn woonkamer.

Maar het was de moeite waard. Keun is een tevreden konijn. Hij is heel nieuwsgierig maar heeft vanuit zijn hok een overzicht op onze tuin, die van de buur en die van de achterbuur. Af en toe krijgt hij bezoek van de katten, die allemaal jaloers zijn en hem regelmatig krabben (gelukkig merkt hij daar bijna niets van, alleen dat hij aandacht terug krijgt). Minstens drie keer per dag komt er iemand bij hem zitten met iedere keer iets nieuw om mee te spelen of om op te eten. Ondertussen geeft hij mij eskimokusjes (ook gekend als neuzeneuze) en komt hij als ik roep.

Mensen die suggereren om hem op de barbecue te gooien blijven welkom, maar een overtuigd vegetariër ben ik meer dan ooit.

Insomnia

13/06/2011

Ik was vanmiddag op de kunstsuperette in Gent. Voor wie het initiatief niet kent: een plein vol kraampjes met kunstenaars en artisanale spulletjes voor het hip gebroed. Best wel mooie spulletjes en ik ben heel blij met wat ik mee naar huis heb genomen, maar ook veel zooi waarvan ik dacht “kan ik ook”.

Dat is geen loos dreigement. Ik kan een broche lijmen op een playmobil-ventje of matchbox-autootje. Leuk gevonden was het ook al niet meer, vorig jaar had ik het ook al gezien. Maar nog een reden waarom ik bitter klink: jaloezie. Deze mensen verdienen geld door te prutsen. Prutsen is mijn hobby. Wat ik niet zou geven om hele dagen betaald met spiegelstukken en goudspuitbussen in de weer te zijn…

Ik kon er gewoon niet van slapen. Niet omdat ik boos ben op onschuldige mensen die ponchos haken voor kinderen of  geïnvesteerd hebben in een buttonmachine. Ideeën. Veel te veel ideeën.

Uiteindelijk ben ik dan toch opgestaan om er iets aan te doen. Een halfuur later waren ze een feit: kraanvogeloorbellen!

(kraanvogeloorbellen die onmogelijk scherp te trekken waren, compleet met kaartje, hangend aan mijn sterlamp in de gang, terwijl ik ze belicht met een petzl op mijn hoofd, 03:04)

(foto van mijn door een petzl-bandje geplet oor incl. kraanvogeloorbel, waar ik niet meer de fut voor heb om uit te zoeken hoe ik de foto moet draaien, 03:24)